Bronstijd

2000-800 v.Chr.

Landschap

Ter hoogte van Bergen ligt een brede riviermonding, waarlangs de Overijsselse Vecht en de IJssel in zee uitmonden. Via dit zeegat heeft de zee invloed tot diep in het achterland. Rond 1600 voor Chr. raakt het zeegat geleidelijk dicht en komt het zoute zeewater niet ver meer het binnenland in. In West-Friesland zakt het grondwaterpeil en steken de zandige vullingen van oude kreken als 'kreekruggen’ boven het omringende kleilandschap uit.

Ten noorden en zuiden van het zeegat van Bergen strekken zich langs de kust de strandwallen uit. Ze beschermen het achterland tegen de zee maar houden ook de ontwatering tegen. Zo ontstaat geleidelijk een steeds groter hoogveengebied achter de kust. Een noordelijke vertakking van de Rijn mondt bij Uitgeest uit in zee: dit is het Oer-IJ.

Het landschap uit de Bronstijd. Klik op de gele hotspots op de kaart voor vondsten uit die tijd.

Kreek in getijdelandschap

Bewoners

In Noord-Holland hebben de bewoners nog lang vastgehouden aan hun oude jachttradities. Na 2000 voor Chr. is dat voorgoed voorbij en leeft iedereen van akkerbouw en veeteelt. Ze wonen in grote boerderijen, woonstalhuizen, onder één dak met het gezin en hun vee, vooral runderen. Voor het eerst maakte men kennis met een nieuw materiaal om werktuigen, wapens en sieraden van te maken: brons. Dat was een menging van vooral koper en tin. Die metalen werden niet in Nederland gewonnen en gesmeed, dus brons moest hier naartoe komen via handel. Brons was veel waard en gaf handelaren status. Er ontstonden elitenetwerken van handelaren en het bezit van brons vergroot de maatschappelijke verschillen. Er wordt nog lange tijd ook (vuur-)steen gebruikt.

Door de komst van het brons kon men veel efficiëntere gebruiksvoorwerpen maken, zoals bijlen. Daarmee begon men in heel Europa de oerbossen te kappen om landbouwgrond te verkrijgen. In Noord-Holland woonde men in de bronstijd met name in West-Friesland, in ’t Gooi en op de strandwallen in het westelijk kustgebied, vaak in verrassend grote bevolkingsconcentraties. Het landschap werd door de bewoners benut, ingericht en naar de hand gezet.

Bewoners

Ze groeven greppels om hun huizen heen om ze droog te houden en het regenwater af te voeren. In de archeologische rapportage ‘Kennemerland in de Bronstijd’ zijn alle vindplaatsen in de regio Kennemerland uit de Bronstijd geïnventariseerd.

In deze periode begon men de talen te spreken die vanuit de Zwarte Zeeregio naar Europa uitbreidden en die we Indo-Europees noemen. In de Bronstijd kent Noord-Holland twee belangrijke cultuurgroepen. Archeologen omschrijven ze aan de hand van hun gebruiksvoorwerpen en gewoonten. In het Gooi wonen mensen van de Hilversumcultuur, die over Midden- en Zuid-Nederland verbreid is. Ze begraven belangrijke doden onder grote grafheuvels. Grafheuvels worden ook gebruikt door de bewoners van West-Friesland. Deze mensen leidden een tamelijk geïsoleerd, maar bloeiend bestaan langs de kreekruggen. Ze staan bekend als de Hoogkarspelcultuur (onderdeel van de Elpcultuur uit Noordwest-Duitsland). De bevolking van de strandwallen heeft kenmerken van beide groepen. Een maquette van een bronstijdboerderij uit de regio Enkhuizen is te zien in Huis van Hilde.

Verspreidingsgebied van de Hilversum-en Hoogkarspelcultuur in de Bronstijd


Mensfiguur Drechtje rond 1300 voor Chr.

Klik op de hotspots voor meer informatie over Drechtje


Mensfiguur Julia rond 900 voor Chr.

Klik op de hotspots voor meer informatie over Julia

Archeologiemuseum Huis van Hilde biedt educatieve programma’s aan over verschillende perioden en onderwerpen. Leerlingen beleven een leuke en leerzame ochtend of middag. Het schoolbezoek en de bijbehorende lespakketten sluiten aan bij de kerndoelen van het onderwijs en de Canon van Nederland. Leerlingen maken in de permanente tentoonstelling kennis met alle mensfiguren en kunnen in het ArcheoLab vondsten aanraken en van dichtbij bekijken.

Intussen in de rest van de wereld

1900 - 1150 voor Chr.

Op Kreta bloeit de Minoïsche cultuur, gevolgd door de Myceense cultuur in Griekenland In deze periode ontstaan de twee oudste schriftelijke culturen van Europa (Lineair A en Lineair B).

2040 - 1070 voor Chr.

In Egypte heersen de farao’s van het Midden- en Nieuwe Rijk, onder wie Toetanchamon

ca. 1750 - 1122 voor Chr.

De eerste keizerdynastie van de Shang heerst in China

ca. 1500 - 1000 voor Chr.

De eerste veda’s, filosofische geschriften, worden genoteerd in India

ca. 1300 voor Chr.

In Midden-Europa begint een gebruik dat zich wijd zal verbreiden: de crematie en het bijzetten van de doden in urnenvelden