Romeins-Germaanse tijd

0 – 450 na Chr.

Landschap

De zoetwatermeren die bekend staan als 'het Flevomeer’ komen in contact met de Noordzee via de Vliestroom tussen het huidige Vlieland en Terschelling. Zout water stroomt van hieruit én vanuit andere zeegaten naar binnen en ruimt een deel van het veengebied in het oosten van Noord-Holland op. Zo ontstaat het Almere, de latere Zuiderzee.

De opening van het Oer-IJ tussen het huidige Castricum en Uitgeest is in deze eeuwen dicht. Doordat het achterland niet meer goed kan afwateren, stijgt de grondwaterspiegel en gaat er veen groeien. Een groot deel van Noord-Holland wordt zo nat dat het na een paar honderd jaar intensieve bewoning onbewoonbaar raakt.

Het landschap uit de Romeins-Germaanse tijd. Klik op de gele hotspots op de kaart voor vondsten uit die tijd.

Het Almere, een voorloper van de Zuiderzee en het IJsselmeer ontstaat

Bewoners

In Noord-Holland wonen rond het begin van de jaartelling Germanen. Dit waren groepen stammen met hun eigen leefwijze en markant aardewerk. Ze hielden vee, leefden niet in dorpen en vereerden hun eigen goden, waaronder Wodan, Donar en Frija. Ze spraken een taal die we Germaans noemen. Het Nederlands is een moderne ‘afstammeling’ van die taal. Germaans is verwant aan het Duits, het Engels en de Scandinavische talen. De Germaanse stam die Noord-Holland (en Friesland) bewoonde heette de Friezen. Zij krijgen in het begin van de eerste eeuw te maken met een cultuur uit de mediterrane wereld, de Romeinen. De Romeinen proberen na de verovering van grote delen van Europa en Noord-Afrika ook het gebied tussen Rijn en Elbe binnen hun keizerrijk te krijgen. De Romeinen komen met een enorme krijgsmacht en bouwen forten bij Velsen, van waaruit ze de omgeving beheersen. De Friezen, verzetten zich tegen de aanwezigheid van de Romeinen: in 28 na Chr. kwamen ze in opstand tegen het Romeinse gezag. Na een succesvolle aanval lieten de Romeinen de Friezen voortaan met rust. De noordgrens van het Romeinse rijk komt vanaf het jaar 47 aan de Oude Rijn te liggen.

Noord-Holland valt dus buiten het Romeinse rijk en de invloed van de Romeinen is beperkt gebleven. Na het vertrek van de Romeinen blijven de Friezen wel contacten met het zuiden onderhouden.

Bewoners

Ze verhandelen hun producten en gaan in dienst in het Romeinse leger. Ze krijgen er geld en Romeinse voorwerpen voor terug. De streek wordt mede daardoor heel welvarend. Er ontstaan in de derde eeuw grote, rijke nederzettingen, zoals bij Schagen en Castricum. De Romeinse macht in het zuiden is dan al op zijn retour. Noord-Holland wordt in de eerste eeuwen van onze jaartelling steeds natter, en in de loop van de vijfde eeuw trekken de bewoners weg. Het is een periode van grote volksverhuizingen: groepen mensen uit Denemarken en Noord-Duitsland trekken naar de Noordzeekust en Engeland. Zij passeren daarbij Noord-Holland maar vestigen zich er niet.

Er zijn nog maar een paar plekken in Noord-Holland waar gewoond wordt, zoals het hooggelegen Texel, in de buurt van Schagen en in delen van Kennemerland. De mensen die hier woonden spraken waarschijnlijk Noordzee-Germaans. Het Noordzee-Germaans is een groep sterk verwante talen en streektalen die in de buurt van de Noordzee gesproken werd. Het Noordzee-Germaans behoort tot de Germaanse taalfamilie, die zich in deze periode had verbreid over een groot deel van Noord, West- en Midden-Europa.

De grens van het Romeinse Rijk en de bewoning van Nederland door de Germaanse stam de Friezen.

Volksverhuizingen laat-Romeinse tijd.


Mensfiguur Germaanse krijger en Romeinse soldaat (28 na Chr.)

Klik op de hotspots voor meer informatie


Mensfiguur Hilde rond 300-400

Klik op de hotspots voor meer informatie over Hilde

Archeologiemuseum Huis van Hilde biedt educatieve programma’s aan over verschillende perioden en onderwerpen. Leerlingen beleven een leuke en leerzame ochtend of middag. Het schoolbezoek en de bijbehorende lespakketten sluiten aan bij de kerndoelen van het onderwijs en de Canon van Nederland. Voor groep 4 t/m 8 bestaat het lespakket ‘Kruip in de huid van een Romein. De leerlingen maken kennis met de Romeinse soldaat en de Germaanse krijger en leren welke producten die wij nu kennen door de Romeinen zijn geïntroduceerd.

Intussen in de rest van de wereld

derde - tiende eeuw

De Mayacultuur in Midden-Amerika bloeit

ca. 30

In de Romeinse provincie Judea predikt Jezus zijn leer

begin tweede eeuw

Het Romeinse keizerrijk bereikt onder keizer Trajanus zijn grootste omvang

begin derde eeuw

De dynastie van de Sassaniden krijgt de heerschappij over Iran; ze worden geduchte tegenstanders van het Romeinse rijk

380-395

Keizer Theodosius van het Oost-Romeinse rijk verbiedt en bestrijdt alle niet-Christelijke heidense godsdiensten en 'ketterse’ Christelijke stromingen

begin vijfde eeuw

Ruitervolkeren uit Azië, de 'Hunnen’, beheersen een groot deel van Oost- en Midden-Europa