De panfluit van Uitgeest

In 1981 vond een archeoloog een Romeinse panfluit bij Dorregeest, Uitgeest. Het was een bijzondere vondst, want de panfluit was uit één stuk gemaakt. Tot nog toe zijn in heel Europa slechts vier panfluiten gevonden uit de Romeinse tijd die van één plankje hout zijn gemaakt.

Op de website van de collectie van Huis van Hilde lees je alles over deze panfluit en veel meer

Helemaal bijzonder is dat deze panfluit het best bewaarde exemplaar is. Het instrument wordt gedateerd tussen 150 en 200 na Christus. De fluit heeft acht ingeboorde blaaspijpjes en een gat voor een touw in de hoek aan de bovenkant. De panfluit is vermoedelijk geïmporteerd uit Zuid-Europa. Daar gaan we vanuit omdat het plankje buxushout dat voor de fluit werd gebruikt zestig jaarringen telt. Een buxus van dergelijke dikte groeit alleen rond de Middellandse Zee.

De panfluit ontleent zijn naam aan de Griekse legende over de nymf Syrinx, die door de god Pan achterna gezeten werd. Om aan zijn liefdesbetuigingen te ontkomen veranderde ze zichzelf in een bos riet, waarop Pan een aantal van haar rieten plukte, ze aan elkaar plakte met was en er zo een syrinx of panfluit van maakte. In Europa kende men in de prehistorie ook al panfluiten, maar deze waren gemaakt van pijpbeenderen.

In de tijd dat de panfluit werd gemaakt, woonden de Germanen in Noord-Holland. Dit waren groepen stammen met hun eigen leefwijze en markant aardewerk. Ze hielden vee, leefden niet in dorpen en vereerden hun eigen goden, waaronder Wodan, Donar en Frija.

Lees meer over de Romeins-Germaanse tijd in de Archeologische Canon van Noord-Holland

Wie speelden er op de panfluit?
De Germanen bestonden uit verschillende stammen. De Germaanse stam die Noord-Holland (en Friesland) bewoonde heette de Friezen. Zij krijgen in het begin van de eerste eeuw te maken met een cultuur uit de mediterrane wereld, de Romeinen. De Romeinen proberen na de verovering van grote delen van Europa en Noord-Afrika ook het gebied tussen Rijn en Elbe binnen hun keizerrijk te krijgen. De Romeinen komen met een enorme krijgsmacht en bouwen forten bij Velsen, van waaruit ze de omgeving beheersen. De Friezen, verzetten zich tegen de aanwezigheid van de Romeinen: in 28 na Chr. kwamen ze in opstand tegen het Romeinse gezag. Na een succesvolle aanval laten de Romeinen de Friezen voortaan met rust. Ze vertrekken uit Noord-Holland.

Na het vertrek van de Romeinen blijven de Friezen wel contacten met het zuiden onderhouden. Ze verhandelen hun producten en gaan in dienst in het Romeinse leger. Ze krijgen er geld en Romeinse voorwerpen voor terug. Misschien dat de panfluit bij een van die transacties in Uitgeest terecht is gekomen.